1998: Maria De Rooze
- Startpagina
- Communicatie
- Campagnes
- Meest Verdienstelijke Lokeraar
- Helden van de stad
- 1998: Maria De Rooze
‘Die slag van de molen werd een passie’
(interview uit 2010)
In een zaaltje onderaan de Heirbrugmolen bekijkt een klas van het Sint-Lodewijkscollege de film ‘Van graan tot brood’. De voorstelling loopt op zijn einde. Ik heb er afgesproken met Maria De Rooze, jarenlang bezieler van Kovekenskermis, maar de voorbije jaren vooral actief alsgediplomeerd meester-molenaar op de Heirbrug. We wachten buiten tot het zaaltje leegloopt. Er staat geen zuchtje wind. Enkel het zachte gefezel van de collegeleerlingen zorgt voor wat deining. ‘Ik had je nochtans graag in een draaiende molen ontvangen’, benadrukt Maria.
Filip Anthuenis: Jouw favoriete plekje in Lokeren ligt voor de hand, dat moet de Heirbrugmolen zijn.
Maria De Rooze: Al heel lang, overigens. Toen ik vroeger bij Van Winckel in de Eekstraat werkte, een bierhandel, keek ik vanuit mijn bureau uit op die molen. Ik zag er kleine struikjes op groeien, dat werden naderhand bomen en ik vond dat toch zo’n zonde. Ik had toen al opgevangen dat er in de loop der jaren heel veel molens op het Lokerse grondgebied hadden gestaan, op de Heirbrug zelf ook meerdere en ik heb me daarop gegooid. Die molen moest bewaard blijven.
Filip: Je had een missie.
Maria: Klopt, mijn echtgenoot, Clément De Bruyne, zou de molen zelf gekocht hebben, maar de eigenares wou enkel aan de stad verkopen. Ik ben toen naar de burgemeester gegaan, verschillende keren, want het verval van de molen zette zich ongenadig verder. Uiteindelijk bleek de stad dan toch geïnteresseerd te zijn en kocht de site aan. Dat moet in 1994 geweest zijn. Toen heb ik gezegd: ‘Ze hebben hem nu gekocht, als hij gerenoveerd wordt wil ik er ook mee draaien !’ De renovatie startte in 2000, twee jaar nadien ging hij aan het draaien.
Filip: Een vrouwelijke molenaar was geboren.
Maria: Dat was niet vanzelfsprekend. De vooroordelen waren niet uit de lucht: ‘Dat gaat niet lukken, er is nog geen enkele vrouw die de molenaarscursus heeft gevolgd.’ Dat kreeg ik overal te horen. Toen ik stage wou gaan lopen in de Roomansmolen van Sint-Pauwels zei de molenaar me vlakaf: ‘Geen denken aan, er is geen enkele vrouw die dat kan. Met zakken sleuren van 50 kilo, dat lukt niet. Bovendien, de ene maand doet haar buik pijn, de andere maand heeft ze last aan haar rug.’
Zoete wraak
Filip : Krasse taal !
Maria: Zeg dat wel ! Ik ben uiteindelijk zes jaar lang, elke zaterdag, stage gaan lopen in de Bakkersmolen van Essen-Wildert, boven Antwerpen. Ik heb er één jaar stage gelopen, daarna was ik er vijf jaar molenarin. Zes jaar lang heb ik er met zakken van vijftig kilo gesjouwd.
Filip: De vooroordelen werden meteen de kop ingedrukt.
Maria: Zoete wraak, ja. In die tijd had ik ook de ‘Grote Napoleon’, de bekende Hamse molen, opnieuw doen draaien en dat had in het groot in alle kranten gestaan. Kort daarna kreeg ik telefoon van de molenaar van Sint-Pauwels, de man die me geweigerd had als stagiair. ‘Maria, ik zit met een communiefeest en het is Open Molendag’, zei hij, ‘zou jij mijn molen kunnen doen draaien, die dag ?’ Ik heb hem fijntjes geantwoord: ‘Man, dat spijt me nu echt, op de Roomansmolen, daar kan geen enkele vrouw draaien !’
Filip: Ondertussen ben je een doorwinterd molenaar.
Maria: Clément ook ondertussen. En zelf doceer ik de cursus al een tijdje. Dat gaat elk jaar in een andere provincie door. Dat heeft al in Lokeren plaats gevonden, maar dat kan ook in Bokrijk zijn. Geen probleem. De molen dat wordt een passie eens je de slag van de molen gekregen hebt. Zolang ik de trappen op kan, blijf ik dit doen.
Filip: Beslis jij zelf wanneer de molen draait ?
Maria: Ja. Alles hangt natuurlijk van de weersomstandigheden af. Nu krijg je geen wiek rond, maar als de wind goed zit neem ik die beslissing zelf. Om een voorbeeld te geven: tijdens het voorbije Kovekens-weekend heb ik – de molen is uitgerust met een toerenteller - 4.000 toeren gedraaid. Ik moet er op jaarbasis 20.000 draaien wil de stad de provinciale subsidies uitgekeerd krijgen.
Filip: Als hij draait wordt er ook effectief gemalen, veronderstel ik.
Maria: Vorig jaar heb ik mijn graan niet zelf moeten kopen omdat er samenwerking was met Voedselteams vzw, zij hebben 3500 kg geschonken. Anders koop ik zelf mijn graan. Ik wil dat. Iemand die graag naar het voetbal gaat moet zijn abonnement ook betalen. Ik krijg er trouwens veel voor terug: ik deel het gratis uit achteraf, ik ervaar het plezier van het te malen. De ene brengt me al eens een brood mee, de ander bakt een cake voor mij. Dat is plezant.
Heirbrug leeft !
Filip: Krijg je hier veel kijklustigen over de vloer ?
Maria: Neem nu de voorbije zondag: de wind zat goed en ik liet de molen draaien. Ik kreeg 34 geïnteresseerden over de vloer. Die komen eens binnen en nemen een kijkje. Met het Kovekensweekend zijn er meer dan duizend bezoekers langs geweest. Als hij draait springen er geregeld fietsers en wandelaars binnen. Vorig jaar hebben er in totaal 3600 personen de molen bezocht. Dat is niet weinig denk ik.
Filip: Iets anders: Chris Van den Durpel, die het jaar voor jou Verdienstelijke Lokeraar werd is afkomstig van de Heirbrug. Jij woont er nog steeds. Hij zou wel eens willen weten hoe het er nog aan toegaat op de Heirbrug, vandaag de dag.
Maria: De Heirbrug, dat leeft, hé ! Als ik met de auto over de Heirbrug rijd in de zomer, dan ben ik rap thuis. Maar met de fiets doe ik daar op zijn minst drie kwartier over. De mensen spreken je er nog aan. Hier wonen veel vreemdelingen, maar spreek daar mee ! Mijn buren langs beide kanten zijn vreemdelingen, ik heb met niemand problemen. Soms vragen ze me om een brief te lezen die ze gekregen hebben, waarom zou ik dat niet doen ? Als je mekaar kan helpen ! Ik ben onlangs nog naar een Turkse trouwfeest geweest.
Filip: Je hebt hier altijd gewoond ?
Maria: Nee, ik kom midden uit het Bospark, dat gele huis. Clémént zijn thuis stond in de Kapellestraat, vandaar dat ik hier in 1968 ben komen wonen. Ik ben naar ’t stad gekomen, vanuit het niets. Mijn vader heeft er geholpen met de aanleg van het park. Toen hij in 1978 onverwacht overleed is mijn moeder naar de Karrestraat verhuisd. Ja, er lag daar niet eens telefoon. Alleszins, ik zou hier niet meer willen weggaan op de Heirbrug.
Filip: Je werd destijds Verdienstelijke Lokeraar omwille van je verdienste voor Kovekenskermis.
Maria: Dat is een spijtig verhaal. Doordat ik toen de prijs kreeg is er bij andere leden van de vereniging wat naijver ontstaan. Waarom kreeg ik, en niet de vereniging of iemand anders binnen de vereniging die eer ? Dat soort discussies. In die zin heeft de Verdienstelijke Lokeraar een war wrange nasmaak gekregen. Maar goed, ik werk nog altijd samen met hen, tijdens het Kovekensweekend zet ik het terrein van de molen hier open voor het publiek. Geen enkel probleem. Ik herinner me de glorietijd nog goed. Ik ben toen naar De Droomfabriek (het televisieprogramma op Eén, F.A.) geweest omdat ik 100 reuzen naar de Kovekensstoet wou halen. Het werden er uiteindelijk 150. Dat jaar kwamen 15.000 toeschouwers opdagen. Dat was prachtig. Ik zat nog boordevol plannen, het heeft niet mogen zijn. Maar mijn kleinkinderen noemen me nog altijd mémé Koven.
Dwarsligger
Filip: Je werd ook bekroond met de Orde van de Wase Raap voor jouw werk binnen Koveken, maar ik heb ook vernomen dat jij de moeder van De Dwarsligger zou zijn, het kunstwerk op de markt.
Maria: Dat waren tijden. Dit kaderde in de actie ‘Thuis voor een beeld’ van Radio 2, waarbij een stad een kunstwerk kon winnen. Het jaar voordien hadden we al eens, met Reynaertkenner en toenmalig cultuurfunctionaris Rik van Daele als voortrekker, het beeld ‘Als de vos de passie preekt, boer let op uw ganzen’ willen binnenhalen. Dat is toen niet gelukt. Sint-Laureins won het kunstwerk. Het jaar nadien hebben we alles op alles gezet. Met een hele bus vol hebben we toen onze kandidatuur kracht bijgezet. We hebben het gehaald.
Filip: Stilzitten is er duidelijk niet bij.
Maria: Ik doe het nationaal secretariaat van Levende Molens vzw*, in de zomer gids ik twee maanden lang op de toeristische boot tussen Lokeren en Puyenbroeck. Ik ben ook nog museumgids, zetel in de raad van bestuur van het Cultureel centrum, Culturele raad, museum- en beiaardcommissie,… Noem maar op.
Filip: Wat wij ons afvragen: heb jij nog tijd voor Clément, de kinderen en de kleinkinderen ?
Maria: Wat je zegt. Er was een tijd dat ik elke maandag naar het museum trok om voorwerpen af te kuisen, tentoonstellingen af te breken en andere op te bouwen. Mijn vijf kleinkinderen zijn grootgebracht in het museum: de fruitpap mee, de papfles mee. Ik kijk enorm uit naar de opening van het vernieuwde museum om daar opnieuw aan de slag te gaan. Ik heb het er nog gekend van toen we er over het vuil kropen. Maar stilzitten ? Nee ! Als ik me op een stoel moet zetten, mogen ze me direct naar het kerkhof dragen.
De beleidsdaad
Horeca op de molensite
Een aantal jaren geleden achtte het Lokers stadsbestuur en ikzelf het nodig uit veiligheidsoverwegingen de oude molenaarswoning te slopen. Er is heel veel om te doen geweest. Her en der klonk luid protest. Het is de bedoeling van het stadsbestuur om de woning herop te bouwen, maar Maria De Rooze heeft zo haar eigen kijk op de toekomst van de site.
‘Een huisje hier op de site waarin wat horeca kan ondergebracht worden, dat zou schitterend zijn’, vertelt Maria enthousiast. Ze denkt terug aan de tijd die ze doorbracht als stagiaire in Essen-Wildert, in de Antwerpse Kempen. ‘Daar was een klein cafeetje. Het mag vriezen dat het kraakt, maar de mensen gingen daar een tasje koffie drinken en zien ondertussen de molen draaien.’
Maria ziet nog meer mogelijkheden. ‘De site van onze Heirbrugmolen hier is prachtig, met dat gras. Weet je wat men in Bocholt doet, rondom De Voorste Luysmolen ? Men heeft er laagstammige fruitbomen aangeplant. Er wordt een dag afgesproken waarop iedereen mag komen fruit plukken, het fruit wordt vervolgens onder de plukkers verdeeld. Mooi toch ?’
*Als vereniging is Levende Molens vzw reeds meer dan 30 jaar actief voor het behoud, herstel en levend houden van de traditionele molens in Vlaanderen. Dit omvat wind-, water- en rosmolens.
Dienst Communicatie
Contact
Groentemarkt 1, 9160 Lokeren09 235 31 00
communicatie@lokeren.be
Locatie
Openingsuren
Deze dienst is momenteel gesloten
Maandag:
Dinsdag:
Woensdag:
Donderdag:
Vrijdag:
Zaterdag:
Gesloten
Zondag:
Gesloten
Interview:
Filip Anthuenis &
Giovanni Van Avermaet
(2010)
Foto:
Freddy Meert