1999: Lokerse Feesten

‘Na twee weken altijd blij als ik het bordje “Lokeren” terugzie’

(interview uit 2010)

Elk met een plastic stoel in de hand begeven Jan Cools en ik ons naar de middenstip op het stadion van Sporting Lokeren. Eigenlijk, zie ik nu voor het eerst, is het meer een middenstreep. Daar - centraal in het lege stadion, er zit een ijzige wind - installeren we ons voor een deftig gesprek. Jan en ik delen de liefde voor Sporting al moet ik toegeven dat de Lokerse Feesten-voorzitter dat iets fanatieker doet dan ikzelf. Net voor ik van wal wil steken met een eerste vraag  haalt Jan een volgeschreven blad papier boven.
‘Ja, ik heb me een beetje voorbereid’, lacht hij hartelijk.
Maar tijdens het gesprek hoeft Jan niet één keer te spieken. Jan is een begenadigd prater.

Filip Anthuenis: Jij bent echt wel een hele trouwe Sporting-supporter.

Jan Cools: Ik ben in de eerste plaats, in de meest ruime zin van het woord, een sportliefhebber. Ik heb vroeger actief aan zwemmen, squashen en turnen en eventjes voetbal gedaan, nu ben ik vooral gepassioneerd door wielrennen. Als passief sportbelever hou ik enorm van voetbal. Ik kan het zelf niet, op een beetje goochelen met de bal na. Grote afstanden lopen en dergelijke is niet aan mij besteed. Ik kan wél enorm genieten van het kijken naar voetbal, dat boeit me mateloos. Ik kan er enorm in opgaan. Naar Tottenham ben ik al gaan kijken, naar NAC Breda, meerder malen naar de Rode Duivels in het Koning Boudewijstadion. Toch kan ik maar voor één ploeg echt uit mijn dak kan gaan. Dat is Sporting Lokeren.

Filip: Leg uit !

Jan: Ik ging al naar Sporting toen ik amper zes jaar oud was. Met mijn vader kwam ik, als klein manneke, op zondagvoormiddag naar de Beloften kijken. We woonden in de Kopkapelstraat, dat was dichtbij. Toen ik 10 jaar was, kwam ik op zondag rond één uur in de namiddag naar het stadion, ik stond hier dikwijls als eerste. Ik had een plaats achter de goal en ik zag van daaruit alle supporters toestromen. ’s Middags had ik geen enkele hap door mijn keel gekregen, gewoon van de zenuwen omdat Sporting ging spelen.

 

Fysieke ongemakken

Filip: Is dat ondertussen al wat verbeterd ?

Jan: Dat is inderdaad al heel wat verbeterd. De leeftijd en het verstand, zeker? Ondertussen blijf ik bezeten door Sporting en gaat mijn zoon mee naar de wedstrijd.

Filip: Ik ben geboren in 1965, jij in ‘69, je hebt de heroïsche periode meegemaakt. Lokeren-Standard: 5-3!

Jan: Absoluut. Dat zijn dingen die je nooit vergeet. Pas op: ik doe daar niet melancholisch over. Het sociale aspect van voetbal is voor mij ook belangrijk. Ik zit dáár, in blok D1. (wijst) Elk jaar trek ik half juli met mijn lijst van 40 abonnementen naar Etienne Cocquyt na het geld ingezameld te hebben, en ik reserveer een aantal rijen op de tribune. Dat vriendengroepje breidt jaarlijks uit. Voor en na de match, en tijdens de rust drinken we een pintje. Voor mij is dat uitgaan.

 Toegeknepen billen

Filip: Elk jaar op het einde van het seizoen duiken de geruchten rond een mogelijke fusie op. Hoe zie jij Sporting evolueren ?

Jan: Die verhalen over een fusie, laat ons duidelijk zijn, die aanhoor ik telkens weer met toegeknepen billen. Ik vind dat Sporting Lokeren op zich als entiteit moet blijven bestaan. Een fusie met Waasland-Beveren zie ik niet zitten. Ooit ben ik eens bijna mijn hersens ingeslagen geweest door hun supporters, terwijl ik gewoon met mijn zoontje naar het voetbal ging. Ook met Gent voel ik die behoefte niet. We hoeven hier niet zo nodig AC Milaan of Chelsea op bezoek te krijgen. Als Lokeren kan overleven op het hoogste niveau binnen de landscompetitie vind ik dat al heel mooi.

Filip: Zou je nog gaan kijken na een fusie ?

Jan: Bij een thuismatch misschien wel, op termijn. Maar ik ga geen afstand afleggen om Lokeren in een afgeslankte versie te zien spelen, dat niet.

Filip: Je haalde het al even aan, je fietst. Bij de Bosparkspurters nog wel. Hoe fanatiek moet ik me dat voorstellen ?

Jan: Elke zaterdagmiddag en zondagvoormiddag springen we de fiets op. Volgend jaar trekken we met een tiental mannen naar Calpe, zuid-Spanje, om er te trainen. Dit jaar wil ik in de Vogezen zeker eens de Grand Ballon rijden, 220 km met 4300 hoogtemeters. Mogelijk heeft dat iets met een midlife-crisis te maken, ik weet het niet.

650 vrijwilligers

Filip: De Lokerse Feesten zijn een gigantisch visitekaartje voor de stad. Hoe kijk jij als voorzitter tegen die feesten aan ?

Jan: Je zegt het. Als je buiten onze stad vraagt waaraan men denkt bij het horen van de naam Lokeren, dan duiken Sporting Lokeren en de Lokerse Feesten op. Overigens, de gewezen manager van Sporting, Patrick Orlans, zei ooit: ‘Jullie krijgen op tien dagen meer volk over de vloer, dan wij in een heel jaar.’ De Feesten zijn een ambassadeur voor onze stad, zoveel is zeker. Langs de andere kant zijn de Lokerse Feesten het onomstotelijke bewijs dat vrijwilligers tot heel grote dingen in staat zijn.

Filip: Ik heb me laten vertellen dat de Lokerse Feesten worden gedragen door 650 vrijwilligers, een heel pak.

Jan: 650, à peu près. Wij zijn één grote familie. Volgende week houden wij hier in de feestzaal van het stadion ons medewerkersfeestje. Hoe je die groep bij elkaar houdt ? Wel, met feestjes, door hen uit te nodigen op de persconferentie, een nieuwjaarswandeling, enkele tussentijdse vergaderingen,… Die hele grote groep is overigens een organisch geheel dat bestaat uit een heleboel kleinere entiteiten. Zo organiseren de verschillende togen afzonderlijk nog een jaarlijks feestje. Die groepen bestaan op zichzelf en daar mengen we ons nauwelijks in. Als iemand zich komt aanbieden om mee te werken geven we hen altijd de raad om met iemand van die kleinere groepjes contact op te nemen. Het moet ook klikken, hé.

Bluts met de buil

Filip:Er zijn Lokeraars die vinden dat de Feesten te groot worden, anderen willen misschien dat de Feesten nog groter worden. Hoe zie jij dat ?

Jan: Vanuit het bestuur zijn we meer dan tevreden met hetgeen we op dit moment verwezenlijken. Ik denk dat diegenen die het groter zien, niet talrijk zijn. We mikken op bestendiging. Trouwens, we zijn een stadsfestival, dat betekent dat we begrensd zijn: er is regulering, wetgeving, er wonen heel veel mensen rond het festivalterrein,… We zijn daar realistisch in. We zijn ons ook bewust van de mogelijkheid dat we hetgeen we nu organiseren binnen afzienbare tijd anders zouden moeten kunnen gaan doen. Hoe, dat zien we wel, maar het zou kunnen dat het anders moet. Het is duidelijk dat er in de omgeving van de Grote Kaai nog meer mensen zullen komen wonen. Dat heeft zijn impact. Er komt Vlaamse regelgeving over geluidshinder op ons af. Ik ben helemaal niet bang om de confrontatie met dit alles aan te gaan.

Filip: Klopt het dat er een monopolisering aan de gang is bij het boeken van artiesten ?

Jan: Je kan in het wereldje inderdaad niet naast Herman Schueremans en zijn bedrijf Live Nation, dat klopt. Zeker internationale acts en de zogenaamde credible Belgische acts, zoals Deus, moeten via hen geboekt worden. Maar dat is niet altijd een nadeel. Je betaalt inderdaad een commissie voor het boeken van de groep, ook al ken je die groep persoonlijk en woont die bij wijze van spreken naast jouw deur. Langs de andere kant gaan er ook enorm veel deuren open en konden we bijvoorbeeld Roxy Music strikken. Het is de bluts met de buil.    

Filip: Maria De Rooze vroeg zich af hoe de Lokerse Feesten zullen kunnen doorgaan op het moment dat men begint te werken op de site Bergez -  waar een groot nieuwbouwproject komt - en aan de sporthal, waar de stad een nieuwe polyvalente zaal bouwt.

Jan: Er zullen inderdaad twee werven zijn, maar er zal op beide plekken niet tegelijk worden gewerkt. De stad werkt in 2011 aan het sportcomplex waar zich nu elk jaar onze backstage bevindt. Op dat moment zullen we kunnen uitwijken naar de site Bergez. Het fabriekspand zal er dan al door projectontwikkelaar Willemen gesloopt zijn. Op die kale vlakte kunnen we onze backstage neerpoten. We kunnen ons zeker aanpassen, we hebben op dat vlak al heel wat watertjes doorzwommen.

Filip: Hoeveel vergt het van Jan Cools om voorzitter te zijn van een dergelijke grote organisatie ?

Jan: Dat valt heel goed mee. We zijn met een twintigtal mensen heel intens betrokken bij het festival. Dat betekent dat ik me in een soort van regisseursstoel bevind van waaruit ik het overzicht tracht te bewaren. Hier en daar eens een wrijvingske wegwerken, doe ik ook. Er zijn mensen binnen de organisatie die veel harder werken dan ik. In mijn hoofd ben ik er wel veel mee bezig.  

Overlegtafels

Filip: Je bent beroepshalve Beleidscoördinator Actief Burgerschap bij de provincie Oost-Vlaanderen, een hele mond vol.

Jan: Dat betekent in eenvoudige termen dat ik de domeinen jeugd, vrije tijd en senioren onder mijn hoede heb. Momenteel ben ik ook gedetacheerd: op het kabinet van gedeputeerde Eddy Couckuyt, daar houd ik me bezig met welzijn en gezondheid, ontwikkelingssamenwerking, wonen, toerisme,…

Filip: Dat brengt ons bij de discussie die momenteel woedt over het al dan niet afschaffen van de provincies.

Jan: Ik ga heel duidelijk zijn: elk bestuurlijk niveau dat momenteel bestaat heeft zijn zin en zijn bestaansrecht. Ik hoor van heel veel mensen uit het middenveld waarmee ik werk, dikwijls uit de welzijnssector, dat ze heel veel hebben aan dat intermediaire niveau, dat de provincie is. Niet zozeer omwille van de financiën, want de subsidies in die sector zijn bijna allemaal op Vlaams of federaal niveau geregeld. Hier en daar geven we wel aanvullend geld. Daar zijn al mooie methodieken mee ontwikkeld die daarna doorgroeiden naar het Vlaams niveau. Waar we ook sterk in zijn is dat we mensen uit de provincie samen brengen om zaken op elkaar te laten afstemmen. Er zijn heel veel overlegtafels waar de provincie een meerwaarde in betekent. Vanuit Vlaanderen heb je niet de mogelijkheden om zo goed in contact te komen met het lokale werkveld. De provincies krijgen vanuit Vlaanderen overigens ook studieopdrachten, om bijvoorbeeld de problematiek van de wachtlijsten in de gehandicaptenvoorzieningen te onderzoeken. Daar wordt schitterend werk geleverd.

Filip: Akkoord, ik kan je daarin volgen. Maar de discussie spitst zich toe op de vraag of er dan nog een apart politiek niveau voor nodig is, met gedeputeerden en raadsleden ? Dezelfde vraag kunnen we stellen bij onze OCMW’s. Het werk van onze OCMW’s moet uiteraard verder gedaan worden, maar hebben we daarom een aparte OCMW-raad nodig ?

Jan: Je kan altijd discussiëren of er een politiek niveau te veel of te weinig is. Waar leg je de lat ?

Filip: Een warm pleidooi voor het behoud van de provincies ?

Jan: Ja, wiens brood men eet… Maar door er te werken ervaar ik natuurlijk dag in dag uit de voordelen. Langs de andere kant ben ik uiteraard voorstander van een betere stroomlijning tussen de drie niveau’s waarmee we het meest te maken krijgen: Vlaanderen, de provincies en de gemeenten. Daar moet ook werk van gemaakt worden.

Kale reis

Filip: Je werkt in de sociale sector, hoe doet Lokeren het op dat domein ?   

Jan: Ik ben mijn carrière gestart destijds bij de stad Lokeren, bij de Wooninfodienst, die ik samen met Piet van Theemsche, de huidige huisvestingsambtenaar van de stad, heb opgestart. We hadden een winkeltje, ter hoogte van de huidige ingang van het nieuwe stadhuis. Daar gaven we huuradvies, organiseerden er een sociaal huurkantoor,… Maar we gingen evengoed met vrijwilligers WC’s aansluiten. We stelden de krotbelasting in, reden met ons fietske alle straten af op zoek naar leegstaande en/of verkrotte woningen, waar we dan een inventaris van maakten…

Filip: Baanbrekend werk!

Jan: Nadien heb ik – een beetje gedwongen - nog enkele maanden op de jeugddienst gewerkt omdat men er een sociaal assistent nodig had. Maar om op jouw vraag te antwoorden hoe het staat met  met het sociale beleid in Lokeren. Welnu, het toenmalige TV-programma zei het al: ‘Alles kan beter’. Er kunnen altijd extra’s gedaan worden op het sociale vlak. Ik ben zelf bij een project betrokken dat men in Lokeren wil opstarten en ben van een kale reis teruggekomen, daar stel ik me dan vragen bij. Ja, ik heb gemakkelijk praten, ik moet ook de portefeuille niet beheren. Anderzijds stel ik vast dat Lokeren op het socio-culturele vlak enorm bloeit. We hebben heel veel clubs en verenigingen. Daar worden mooie inspanningen voor geleverd. Mijn zoon voetbalde bij Daknam. Die terreinen zijn gewoonweg prachtig. De ogen van mensen van andere clubs uit de omgeving vallen er soms bijna uit als ze die zien.

Filip: Lokeren, je blijft er wonen ?

Jan: Ik heb nog net de put niet besteld waarin ze me mogen steken als het zover is,… maar ik ben hier geboren en getogen, en ik zal hier ook komen te gaan. Ik vertrek graag op reis, maar na een week ben ik blij dat ik het bordje ‘Lokeren’ terugzie.

 

De beleidsdaad

Jan Cools is beroepsmatig met heel wat sociale projecten in de weer.
‘En,’ zegt hij laaiend enthousiast, ‘ik heb iets met feestjes.’
De beleidsdaad van Jan Cools combineert beide.
‘Ik heb onlangs een straatfeest meegemaakt en ik vond dat schitterend’, vertelt Jan, terwijl hij zijn jas dichtknoopt. ‘Vijftien jaar lang woon ik al in mijn huis. Ik ken veel mensen in de straat en toch zijn er heel wat buren waarmee ik nog nooit echt gebabbeld heb.  Daarom zou ik de mogelijkheid om buurtfeesten te organiseren, wat nu meestal tussen 1 en 11 juli gebeurt ter gelegenheid van de Vlaamse feestdag, willen uitbreiden naar het hele jaar. Dat moet ook in de kerstperiode kunnen: een tentje opzetten en een Glühwijntje drinken.  De stad zou dan een klein budget ter beschikking kunnen stellen. Niet voor eten en drinken, daar willen de mensen zelf wel voor opdraaien, maar voor de accommodatie: tafeltjes en stoelen, een tentje, een warmteblazer, noem maar op. Ik vind het bijvoorbeeld heel erg dat ik telkens op reis ben als het Bergendries-kermis is, wat eigenlijk één groot straatfeest is. Eens met de mensen klappen, ook al is dat oppervlakkig, geeft je het gevoel die mensen te kennen. Het neemt een groot deel van de verzuring weg, daar ben ik van overtuigd !’

Dienst Communicatie

Contact

Groentemarkt 1, 9160 Lokeren
09 235 31 00
communicatie@lokeren.be

Locatie

Openingsuren

Deze dienst is momenteel gesloten

Maandag:

8:00
21:00
09:00-12:00
13:30-17:00

Dinsdag:

8:00
21:00
13:30-19:00

Woensdag:

8:00
21:00
09:00-12:00
13:30-17:00

Donderdag:

8:00
21:00
13:30-19:00

Vrijdag:

8:00
21:00
09:00-12:00

Zaterdag:

Gesloten

Zondag:

Gesloten

Interview:
Filip Anthuenis &
Giovanni Van Avermaet
(2010)

Foto:
Freddy Meert