2003: Aliplast

Interview uit 2010

‘Opletten voor het warme kikker-syndroom’

In 2003 werd Aliplast, het economisch paradepaardje van Lokeren, tot Meest Verdienstelijke Lokeraar verkozen. Het bedrijf, met vestigingen in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Polen, China en La Réunion, stelt in zijn hoofdkwartier te Lokeren alleen al ongeveer 350 mensen te werk. Daar, op de indrukwekkende site van het bedrijf in de Waaslandlaan, heb ik afgesproken met CEO Johan Verstrepen, een man met een duidelijke en rechtlijnige visie. Een man die deontologisch ondernemen hoog in het vaandel voert, blijkt snel. Het beeld van de ondernemer als een soort van Balthazar Boma is voor Johan Verstrepen een verwerpelijk idee.

Filip Anthuenis: Jullie werden al genomineerd voor de titel ‘Onderneming van het jaar’ ?

Johan Verstrepen: Inderdaad, al meerdere malen zelfs.

Filip: Dat is niet niks, wat voor een bedrijf is Aliplast eigenlijk ?

Johan: Aliplast werd 25 jaar geleden opgericht, ik denk dat we nu ongeveer twintig jaar in Lokeren operationeel zijn. Zelf ben ik nu veertien jaar bij het bedrijf actief. We waren toen een kleine Belgische speler, nu zijn we een grote Europese speler, waarvan het hoofdkwartier zich nog steeds in Lokeren bevindt. We bevinden ons in de top vijf van Europa en niet onbelangrijk, vind ik, het beslissingscentrum ligt hier, in Lokeren.

Filip: Jullie zijn, dat is bekend, actief in de aluminiumsector.

Johan: Ons bedrijf steunt op twee pijlers. We zijn een systeemhuis, wat we in België een gamist noemen. Als gamist ontwerpen, fabriceren en distribueren we aluminium systemen voor de bouw. We maken het concept, doen het ontwerp, we produceren profielen die geïsoleerd en gelakt zijn, we laten krukken, scharnieren en rubbers maken,… Het complete gamma wordt aangeleverd aan onze klant. De klant werkt zelfs met onze computerprogramma’s, en met onze speciale machines of punch tools. Op zijn beurt kan de klant er op die manier een raam, een veranda, een schuifdeur of een veranda mee maken die bij u thuis kan geïnstalleerd worden. We zijn een business to business-bedrijf.

Filip: Dat is de eerste pijler.

Johan: Dat klopt. Verder fabriceren we ook aluminium voor andere sectoren. Ik denk dan aan de transportsector. Dhollandia en Stals uit Lokeren zijn bijvoorbeeld enkele van onze klanten. Maar we produceren ook voor de solar-industrie, voor de stellingbouw en andere industrieën. Dat laat ons toe om een meer gespreide portefeuille te hebben binnen deze industrie. Gaat het wat minder in de bouw, dan gaat het misschien beter in de solar-industrie of in de tentenbouw, of in de transportsector, zie je ? Die diversificatie laat ons toe een stabieler bedrijf te zijn. Het zorgt er bovendien voor dat onze tewerkstelling kan groeien.

Filip: Op die manier overleefden jullie de recente crisis ?

Johan: Zonder één iemand te moeten afdanken ! Dit jaar hebben we zelfs, ook in Lokeren, bijkomende aanwervingen gedaan.

 

Loonkost

Filip: Jullie hebben heel wat vestigingen in het buitenland, volg je dat ook allemaal op de voet ?

Johan: Ja, het hoofdkwartier bevindt zich, zoals gezegd, in Lokeren. Hier werken specialisten op het gebied van financiën, IT, organisatie, productie en operations. Zij bezoeken al onze vestigingen en volgen ze op. In totaal, de buitenlandse vestigingen inbegrepen, stellen we een kleine 2.000-tal mensen te werk.

Filip: Jullie personeel, zijn dat voornamelijk arbeiders ?

Johan: Wij hebben kaderpersoneel,  technisch personeel, we werken met redelijk wat ingenieurs, en heel wat geschoolde en niet-geschoolde mensen. Dat is heel goed, de niet-geschoolden krijgen hier dan bijvoorbeeld hun opleiding tot magazijnier.

Filip: Guy De Vuyst vroeg zich af of jullie, gezien de hoge loonkost in ons land en jullie vestigingen hebben in het buitenland, de productie hier kunnen handhaven. Hoe zien jullie dat ?

Johan: Laat ik het zo zeggen: wij investeren in de beste machines en door een goed onderhoud kunnen we onze machines op het hoogste niveau laten draaien. We automatiseren heel onze goederenstroom, heel de flow, en we werken heel productiegericht. Dat is de enige manier om in België, door de gigantische hoge loonkost, versus de buurlanden, concurrentieel te blijven.   

Filip: Zelfs de buurlanden ?

Johan: Ja, absoluut ! We hebben vestigingen in Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Polen. Vroeger hadden we in België een voordeel van productiviteit. De mensen zijn productief, goed opgeleid. Er zijn heel veel goede dingen aan België. Maar, wat zien we nu ? De machines en de productiviteit waar we ons vroeger in onderscheidden, vinden we vandaag de dag in elk land terug. Ze hebben daar dezelfde machines, de logistiek errond, de computerprogramma’s en de aansturing ervan, noem maar op. Deze zaken geven de kadans aan en de mensen volgen dat ritme. Dit zorgt voor een nivellering van de productiviteit over heel Europa. Daardoor zijn we het productiviteitsvoordeel ten opzichte van onze buurlanden kwijtgespeeld. Het productiviteitsverschil tussen Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Polen en België is nihil, peanuts geworden.        

Filip: De loonkost weegt dus relatief gezien zwaarder door ?

Johan: Wat wij beschouwen als loon is de total cost of the company, niet het nettoloon. Alles inbegrepen ! En dan stel ik een enorme discrepantie vast tussen de total cost of the company in België, versus Frankrijk waar die een stuk lager ligt, versus Engeland waar die nog lager ligt, en Polen waar die nóg lager ligt. Toch gaan de werknemers in die landen, met uitzondering van Polen, met ongeveer hetzelfde nettoloon naar huis. Het nettoloon is niet het probleem, want dat zou gerust hoger mogen zijn. 

Filip: Een groot probleem.

Johan: Het is op zijn minst een latent probleem, zoals de vergrijzing dat is. Men heeft er de mond vol van, maar er wordt concreet heel weinig aan gedaan. Wij, als ondernemers trachten dat loonkostprobleem op te vangen, door ook in die landen te investeren, want het wordt moeilijker en moeilijker om naar landen uit te voeren waar de loonkost zo laag is. In België moeten we het zien te rooien met een hoge graad van productiviteit, automatisatie en van service.

Filip: Kan het op termijn voor problemen zorgen ?

Johan: We worden met zijn allen jaar na jaar armer. Dat is logisch: ons BBP (bruto binnenlands product, gva) stijgt met twee procent, maar er is een inflatie van drie procent. Dus worden we één procent armer. Daarbovenop moeten we nog eens een bevolkingsgroei van een halve procent rekenen, enorm is dat. Dit is al jaren bezig. We zitten bijna in het warme kikker-syndroom.

Filip: Pardon, het warme kikker-syndroom ?

Johan: Ken je dat ? Je hebt een kikker in een bokaal met water. Je steekt daar vuur onder aan. Het water wordt heel geleidelijk aan warmer, de kikker voelt niet de behoefte om eruit te springen en kookt dood. Als je een kikker in kokend water zou gooien zou die er meteen uitspringen, begrijp je ? Een latent gebeuren. Het verschil met onze buurlanden van de total cost of the company groeit jaarlijks een tiende van een procent. (ironisch) Dat is toch niets ? Maar na verloop van tijd zijn we een pak armer geworden. Omdat de evolutie zo langzaam gaat is het een gevaar waar we ons niet echt bewust van zijn.

 

Dynamisch en vol vuur

Filip: Zouden onze ondernemers gebaat zijn bij een autonomer Vlaanderen ?

Johan: Dat zal moeten blijken. Wij willen gewoon op een goede manier zaken doen, met Vlaanderen, met Wallonië, met het buitenland. We moeten ervoor zorgen dat de mensen opnieuw gemotiveerd worden om te werken en daar beter voor beloond worden, dat is de hoofdzaak. Of zoals mijn Franstalige vriend onlangs zei: ‘Il faut que les politiciens s’ocuppent des gens qui se lèvent tôt, qui bossent et qui paient des impôts.’ We moeten sociaal zijn, we moeten een sociaal vangnet hebben, dat is zo klaar als een klontje. Maar dat vangnet mag geen hangmat worden. Het is moeilijk om mensen aan het werk te houden als hun nettoloon amper verschilt van een sociale uitkering, die overigens eindeloos is in de tijd. Pas op, ik begrijp die mensen. Ik begrijp dat het in dergelijke omstandigheden moeilijk is om je te motiveren. Dát moet opgelost worden, en of dat nu opgelost wordt op Vlaams, Belgisch, Europees of een wereldniveau, dat is minder relevant. Hoe kunnen we aan mensen opnieuw gaan vertellen dat werken iets goeds is, daar is het om te doen.

Filip: Ik kan dat volledig volgen.

Johan: Ik las onlangs over een studie waaruit een relatie tussen criminaliteit en werkloosheid bleek. Als je daar even over nadenkt is dat ook logisch. Stel dat je echt niets te doen hebt ! Je bent jong én dynamisch én vol vuur en je wordt wakker ’s ochtends en moet nergens naartoe. Die verveling, dat tast je zelfbeeld aan. Het zet de deur open voor criminaliteit. Daarentegen, als je werk hebt en een aardige cent verdient, heb je iets om te verdedigen. Mensen aanmoedigen om te werken, om op een creatieve manier iets op te starten – ik herhaal het -, dat is een prioriteit.

Filip: U woont zelf in Vlaams-Brabant. Hoe kijkt u tegen Lokeren aan ? Is het gewoon de plek waar u onderneemt en kan die plek om het even waar zijn ?

Johan: Zo zie ik het niet. Tachtig procent van de mensen die hier werken, wonen op minder dan tien kilometer van dit bedrijf. Zestig  procent woont op minder dan vijf kilometer van deze werkplek. Met dit in het achterhoofd kunnen we toch wel stellen dat Lokeren onze heimat is, dat Aliplast verankerd is in de streek, in groot-Lokeren, laten we maar zeggen. We zijn een bedrijf dat voor tewerksteling zorgt in de streek, met mensen uit de regio die elke dag hun uiterste best doen om dit bedrijf tot een succes te maken. Akkoord, onze consumenten zitten overal, op dat vlak zijn we internationaal georiënteerd, maar naar tewerkstelling toe zijn we super-lokaal.

Filip: Is de bereikbaarheid van Lokeren een pluspunt ?

Johan: Uiteraard. We zijn hier op amper vijf minuten van de autosnelweg verwijderd en vandaar kan je alle kanten op: Frankrijk, Duitsland. De tunnel naar Engeland is dichtbij. Ideaal !

Filip: Iets anders, u stelt zich heel onafhankelijk op, merk ik, maar heeft u soms contacten met de andere bedrijven hier in het industriepark.

Johan: Ik ga inderdaad nooit naar een receptie en ik ben niet aangesloten bij een of andere club. Ik probeer een low profile aan te houden en me vooral bezig te houden met mijn gezin en mijn bedrijf.

Filip: Uw gezin en uw bedrijf, dat is uw core-business ?

Johan: Inderdaad, dat is mooi uitgedrukt op die manier. Maar nee, in die veertien jaar dat ik hier aan de slag ben, heb ik nog geen enkel contact gehad met een naburig bedrijf. Geen enkel bedrijf heeft ooit toenadering gezocht.

Filip: Dat is niet nodig ?

Johan: Nee.

 

Hemdskraag

Filip: Heel wat mensen kennen de firma Aliplast waarschijnlijk omdat Jean-Marie Pfaff ooit met de bedrijfsnaam op zijn hemdskraag rondliep.

Johan: Dat is ondertussen verleden tijd. We zijn een business to business-bedrijf, geen business to consumer-bedrijf. We moeten contact hebben met onze klanten, bedrijven in ons geval, niet met de individuele consument. In de praktijk communiceren we nu vooral met mailings, gerichte advertenties in vakbladen, via professionele beurzen,…    

Filip: Komt u vaak in Lokeren, het centrum om maar iets te zeggen ?

Johan: Weinig eigenlijk. Privé ga ik al eens naar galerij De Vuyst. Met klanten ga ik geregeld in Lokeren eten, er zijn verschillende goede restaurants in Lokeren. Onlangs hebben we nog in De Tijd gestaan met ’t Vier Emmershof. Een heel lekker restaurant waar ik graag met mijn relaties ga tafelen. Dergelijke zaken heb je als ondernemer ook nodig in de buurt van het bedrijf. Het Biznis Hotel, waar onze buitenlandse klanten overnachten, is daar ook een voorbeeld van. Op die manier kom ik dus wel in Lokeren, en graag.

 

De beleidsdaad

‘Zorg voor lokale tewerkstelling’

‘Voor een gemeente is het belangrijk om ruimte te creëren voor ondernemers. Om ruimte te creëren voor tewerkstelling’, stelt Johan Verstrepen heel resoluut. Binnen dat kader plaatst hij zijn beleidsdaad. ‘Het veiligheidsaspect binnen een gemeente wordt niet aangepakt met politie. Versta me niet verkeerd, dat wordt uiteraard wel aangepakt met politie, maar de kern van het probleem wordt aangepakt met tewerkstelling. Als u een veilige gemeente wil, een gemeente waar het goed om leven is, dan moet de eerste vraag zijn: ‘Kan ik de inwoners werk verschaffen ? Zeker met de milieuvraagstukken van deze tijd is het belangrijk dat mensen lokaal kunnen tewerkgesteld worden. De meeste mensen die bij ons werken, wonen in een straal van 10 kilometer. Zij kunnen met de fiets komen, hé ! Een enorm voordeel naar de werknemers toe, naar het milieu toe, naar de fysiek van de werknemers toe, noem maar op.  In deze optiek juich ik het toe dat Lokeren het initiatief heeft genomen om een vijfde industriepark aan te snijden. Dat is een belangrijke beleidsmaatregel.’

Werkgelegenheid heeft nog een ander bijkomend voordeel, volgens Johan Verstrepen. ‘Het wordt veel te vaak uit het oog verloren, maar we mogen niet vergeten dat er eerst geld moet verdiend worden alvorens het verdeeld kan worden’, licht hij toe. ‘Er wordt vaak gesproken over herverdeling, er is ook een maatschappelijk draagvlak voor een zekere herverdeling, maar eerst moet er verdiend worden.’

Dienst Communicatie

Contact

Groentemarkt 1, 9160 Lokeren
09 235 31 00
communicatie@lokeren.be

Locatie

Openingsuren

Deze dienst is momenteel gesloten

Maandag:

8:00
21:00
09:00-12:00
13:30-17:00

Dinsdag:

8:00
21:00
13:30-19:00

Woensdag:

8:00
21:00
09:00-12:00
13:30-17:00

Donderdag:

8:00
21:00
13:30-19:00

Vrijdag:

8:00
21:00
09:00-12:00

Zaterdag:

Gesloten

Zondag:

Gesloten

Interview:
Filip Anthuenis &
Giovanni Van Avermaet
(2010)

Foto:
Freddy Meert