2007: Kris De Beule
- Startpagina
- Communicatie
- Campagnes
- Meest Verdienstelijke Lokeraar
- Helden van de stad
- 2007: Kris De Beule
‘WE LEVEN OP DE BESTE PLEK VAN DE WERELD’
In Doorslaar, in het bosrijke groen waar de Reynaert Wijngilde zich schuilhoudt, woont Kris De Beule. ‘Als God in Frankrijk’, zegt hij zelf. Dat is niet eens gelogen. Ons gesprek heeft, met een tafel, drie stoelen, een drankje, amuses, goed gezelschap, opschietend kruid en een verzengende zon iets heel Frans. Terwijl Kris en ik praten over verdwenen Lokerse cinemazalen, wijnboeren, de Lokerse oorlogsjaren en zoveel meer, zwoegen renners in de Pyreneeën. De Tour woedt die dag in alle hevigheid, maar van enige haast is er in Doorslaar geen sprake.
Filip Anthuenis: Je woont hier prachtig, Kris.
Kris De Beule: Hier in Doorslaar heb ik mijn draai gevonden, dit terras is ontegensprekelijk mijn favoriete plekje. Waarom is wel duidelijk, denk ik. Je moet maar een goed rondkijken. Hier vind ik ruimte om na te denken, om te filosoferen. Om met cultuur bezig te zijn, om boeken te lezen, om na te denken over nieuwe projecten die ooit misschien wel eens zouden kunnen uitgevoerd worden. De tijd smelt hier.
Filip: Je bent opgegroeid in het centrum van Lokeren, in de Waterwijk, woonde daarna in Eksaarde. Je kent het beste van drie Lokerse werelden.
Kris: Mijn thuis staat in de Beekstraat, maar ik heb inderdaad een tijdje in Eksaarde gewoond. De mentaliteit daar is enorm verschillend van de Doorslaarse. In Eksaarde ben ik toch altijd een beetje een buitenbeentje gebleven, terwijl ik hier – als migrant tenslotte - volop word aanvaard. Eksaarde heeft altijd dichter bij Moerbeke dan bij Lokeren aangeleund. Sommige Eksaardenaars hebben de fusie met Lokeren nog altijd niet verteerd, terwijl dat in Doorslaar, naar mijn aanvoelen, wel het geval is. Eksaarde en Doorslaar, het is nooit een geslaagd huwelijk geweest. Er zijn trouwens in Doorslaar twee politieke pogingen geweest om zich af te scheuren, in 1875 en kort na de eerste wereldoorlog, zonder resultaat overigens.
Dorpsfilosoof
Filip: Heeft het feit dat je hier heel snel in de Doorslaarse gemeenschap werd opgenomen ook niet te maken met het feit dat jouw partner, Veva, de dochter is van de hier toch wel legendarische Emiel Van Acker ?
Kris: Absoluut ! Veva en ik wonen nu in het ouderlijke huis van haar vader. Miel is hier geboren en gestorven. Ik leerde hem kennen toen ik les van hem kreeg aan het college. Ik moet zeggen dat het toch wel een vreemde ervaring was om nadien, op een zaterdagavond na hem twintig jaar uit het oog verloren te zijn, op die zeer opvallende oud-leraar toe te stappen en te zeggen: ‘Miel, ik kom voor uw dochter !’ Miel was de dorpsfilosoof, een beetje een kunstenaarsfiguur. Hij schreef ook enkele wagenspelen. Hij is een voorbeeld voor mij. Hij trok zich vaak terug in dit huis om te schrijven en na te denken. Dat probeer ik nu ook te doen.
Filip: Je bent overduidelijk een bon-vivant. Ik herinner me dat dat vroeger wel anders was.
Kris: Ik heb het goede leven een 10- à 15-tal jaar geleden leren waarderen. Voordien was ik zeer streng voor mezelf en zeer prestatiegericht. Ik wilde steeds hoger en hoger klimmen op de carrièreladder. Alles had ik daar voor over, ik leefde voor mijn job. Mijn eerste contract als regisseur in de televisiesector bepaalde zelfs dat ik zeven dagen op zeven beschikbaar moest zijn. Op een bepaald moment heb ik dan toch de klik gemaakt. De ondankbaarheid van het TV-wereldje was daar misschien wel de aanleiding voor. Je bent maar zo goed als je laatste reportage. Toen heb ik gedacht: we leven maar één keer, laten we het er van nemen. Ik had ook echt genoeg van dat wereldje, hoor. Laat ons duidelijk zijn: als ik aan een project begin wil het wel nog steeds zo goed mogelijk doen, uiteraard.
Filip: Je werkte met Paul Jambers, Dirk Tieleman, Johan Op de Beeck, Jan Van Rompaey… Hoe sta je tegenover de evolutie van de media ?
Kris: Het gaat van kwaad naar erger. De kwaliteit moet inboeten omdat er steeds minder mensen worden ingezet. Toen ik begon gingen we met vijf mensen op stap: een interviewer, een researcher, een cameraman, een geluidsman en een regisseur. Nu trekt er één iemand op uit.
Filip: Als ik in het stadhuis TV Oost over de vloer krijg, is dat inderdaad een éénmansploeg.
Kris: Voilà ! Met vijf mensen destijds was misschien wat overdreven – iedereen moet tenslotte betaald worden -, maar dit is het andere uiterste. Je kan geen vijf dingen goed doen. Ik ben een echte man, ik kan maar één ding tegelijk.
Filip: Er zijn wel ontzettend veel mensen die iets in de media willen gaan doen.
Kris: Dat komt erbij, de markt wordt overspoeld met karrenvrachten nieuwe studenten. De media-opleidingen schieten als paddestoelen uit de grond. Bij het laatste TV-bedrijf waar in werkte liepen er meer onbetaalde stagiairs rond dan betaalde werknemers. Dat is niet houdbaar. De recente crisis heeft daarbovenop in de media nog meer gespeeld dan elders. Ik ken heel wat collega’s die er de brui aan geven. Ik heb het ook gedaan. Zelf werk ik nu deeltijds in het Lokerse museum, voor de rest ben ik nog freelance regisseur. Ik krijg wel interessante aanbiedingen – ik heb bijvoorbeeld voor Sint-Lievens-Houtem een tof project gedaan over hun historische jaarmarkt – maar ik zit toch ook veel op mijn terras.
Klokkenroof op pellicule
Filip: Je bent niet echt actief op zoek ?
Kris: Ik denk dat ik met de drie films die ik over Lokeren maakte (een toeristische film, een film over de geschiedenis van Sporting Lokeren en één over de Lokerse haarsnijderijen, F.A.) een beetje een gat in de markt ontdekt heb. Het zijn professioneel gemaakte documentaires, die tegelijk heel lokaal geënt zijn. Dat heeft zijn charme. Ontegensprekelijk. Ik bereid momenteel op papier een film voor over de tweede wereldoorlog in Lokeren. Daar zijn nog steeds getuigen van in leven. Daar zou ik een documentaire willen over draaien. Dat kan perfect gekoppeld worden aan een ander dada van mij: het op zoek gaan naar oud filmmateriaal over Lokeren. Onlangs stootte ik op prachtig materiaal: bewegende beelden van de oorlogsschade, de roof van de klokken uit de Sint-Laurentiustoren, clandestien gefilmd vanuit een raam op de Markt, oorlogsburgemeester De Bruyn die de oostfronters uitwuift,… Daar moet je gewoon iets mee doen.
Filip: Je werkt in het Lokerse stedelijke museum. Dat heeft, zacht uitgedrukt, een metamorfose ondergaan.
Kris: Dat mag je wel zeggen ! Voor de herinrichting was het museum een heemkundig museum met een allegaartje van voorwerpen uit ons verleden. Daar werd nu een lijn in getrokken: de grote zaal op de benedenverdieping werd gewijd aan de haarsnijderijnijverheid die zo kenmerkend is geweest voor onze stad. Daarnaast hebben we enkele interessante afdelingen onder de noemers ‘Lokeren groeit’, ‘Lokeren werkt’, ‘Lokeren bidt’ en ‘Lokeren feest’. Onze textielnijverheid krijgt er een plaats, onze kapelletjes en processies, de Lokerse Feesten, Fonnefeesten, Gezoarse Feesten, Trappistenfeesten in Daknam,…
Filip: Vergeet de Bezebootfeesten in Doorslaar niet !
Kris: Inderdaad: de Bezebootfeesten, beste mensen, niet onbelangrijk !
Filip: Kan je, komende uit de televisiewereld, eigenlijk een beetje aarden als ambtenaar bij een stedelijke instelling ?
Kris: Absoluut, dit is evenzeer een creatieve job waar ik veel in kwijt kan. Die me bovendien zekerheid en een zekere mate van rust biedt. Ik was het toch een beetje beu geworden om telkens naar een nieuw project op zoek te gaan.
Variéte, Nova, Plaza en Elite
Filip: Hoe bepaal je eigenlijk of een voorwerp een plaats in de collectie krijgt, in het depot verdwijnt of wordt weggegooid ?
Kris: Dat is een heel moeilijk oefening die voornamelijk door conservator Leen Heyvaert wordt gemaakt. Misschien kan ik best een voorbeeldje geven. Luc Verschelden vertelde ons onlangs dat de originele projectoren van cinema Nova op de Markt nog steeds in het oorspronkelijke gebouw staan. Functioneren doen en kunnen ze niet meer. Wat doe je dan ? Als je ze niet overneemt krijg je tegenwind, als je ze wel overneemt en ze in het depot zet staan die daar binnen twintig jaar waarschijnlijk nog. Het is een delicate kwestie. We hebben contact genomen met de Roma in Borgerhout , een voormalige cinema- en variétézaal die helemaal werd vernieuwd, met de vraag of ze als decoratie kunnen dienen in de inkomhal. Dat zou een verdienstelijke tussenoplossing kunnen zijn.
Filip: Als regisseur moeten de voormalige Lokerse cinemazalen jou nauw aan het hart liggen.
Kris: In de Varieté ben ik groot geworden. Ik zat er bijna elke week. Ik kreeg daar de liefde voor de film mee. Vanzelfsprekend ! De Nova en zeker de Plaza heb ik nauwelijks gekend. En in de Elite mocht ik niet binnen, want dat was het “vuil cinemaake” van Lokeren. Later is dat nog een tijdje de Calypso geworden. Het Lokerse Cultureel Centrum verricht schitterend werk sinds het de projectoren van de Calypso overnam. De filmvoorstellingen zijn er een gigantisch succes. Terecht ! Onderbreken we eventjes ? Ik ga nog iets uitschenken.
Raadslid voor spek en bonen
Filip: Theater of cinema van een andere soort wordt gespeeld in het halfrond van de Lokerse gemeenteraad. Je was zelf 12 jaar lang gemeenteraadslid voor (Open) Vld. Het lijkt me niet eenvoudig om raadslid te zijn binnen een meerderheidspartij. De beslissingsbevoegdheid ligt nu eenmaal eerder bij het schepencollege dan bij de gemeenteraad. Dat is in de nationale politiek ook zo, met de regering versus het parlement.
Kris: Mijn ervaring is dat de scheiding der machten feitelijk dode letter is. De uitvoerende macht, in een gemeente het schepencollege, heeft het voor het zeggen en de wetgevende macht, de gemeenteraad, speelt dat spel mee. De meerderheid stemt mee met het college, en naargelang het onderwerp, doet de oppositie dat
ook, of niet, of men onthoudt zich. Toen ik mijn tweede legislatuur (2001-2007) in de gemeenteraad zat leverde onze partij zes van de zeven schepenen. Zij beheersten uiteraard, elk over hun bevoegdheid, het debat. Als raadslid voor een meerderheidspartij zit je er dan voor spek en bonen bij. Het is onmogelijk om je te profileren. Een oplossing zou kunnen zijn de gemeenteraad door een meer onafhankelijke voorzitter, niet de burgemeester, te laten voorzitten. De gemeentewet laat dat toe. Politiek gaat om macht, macht die je verkrijgt doordat de mensen op jou stemmen. Maar stemmen haal je niet in de gemeenteraad. Geen kat die weet waar die raadsleden mee bezig zijn. Erbuiten haal je wel stemmen, door buiten te komen. Of door de krant te halen. Misschien moeten schepenen daar een toontje lager zingen en de raadsleden de kans geven zich aldus kenbaar te maken en hun moment de gloire te beleven in de krant.
Filip: Michael Moore doet aan politiek in zijn films, leidt dat tot een geslaagde combinatie ?
Kris: Ik hou niet zo van Moore. Hij is te gekleurd, te subjectief. De lijn tussen subjectiviteit en propaganda is zeer dun. Moest hij zichzelf objectiever opstellen – want de rest is er: de feiten, de beelden, de interviews -, het zou zijn films, en de boodschap, een pak sterker maken.
Filip: Als liberaal, hoe is het gesteld met het liberalisme ?
Kris: Wij hebben elkaar begin jaren 1990 leren kennen toen we als jonge snaken onze eerste stappen zetten binnen de toenmalige PVV. Verhofstadt lanceerde toen zijn burgermanifest, waaruit in 1992 de VLD is ontstaan, en wij stonden omzeggens op de eerste rij. Maar we zijn intussen bijna twintig jaar later, en eerlijk gezegd vind ik dat we ons toen deels vergist hebben. Verhofstadt had goede en verfrissende ideeën zoals het referendum en de afschaffing van de stemplicht. Maar de bankencrisis heeft bewezen dat het neoliberalisme niet werkt. Af en toe moet de markt door de overheid gecorrigeerd worden. Dat klinkt misschien zeer socialistisch, maar het is een feit. Ik noem mezelf dan ook een sociale liberaal, wellicht daarom dat ik me zo goed thuisvoel binnen de Lokerse liberale familie.
Bourgondië
Filip: We hebben net verkiezingen achter de rug: de Vlamingen hebben centrum-rechts gestemd, de Walen centrum-links. Gaat dat geen probleem worden, op de duur ?
Kris: Het toont nogmaals de verschillende mentaliteit aan tussen beide landsdelen. Mijn stelling is duidelijk: mét België als het kan, zonder als het moet. Ik heb geen uitgesproken Vlaams-nationalistisch gevoel, maar al zeker geen Belgisch. Een Lokeraar ben ik wel. Maar het is inmiddels welletjes geweest. Wallonië weigert zich aan te passen aan de 21ste eeuw. Toch moeten we dit alles ook durven relativeren: het mag eens gezegd worden: we leven op de beste plek van de wereld. In mijn jonge jaren was ik orangist. Maar ik vrees dat de hereniging van Vlaanderen en Nederland een utopie is en vraag me af of het ooit wel goed zou komen. We zijn zo wezenlijk verschillend. Vlaanderen heeft nog onder Bourgondische heerschappij gestaan, dat laat zijn sporen na. In tegenstelling tot de Nederlanders zijn wij Bourgondiërs.
Filip: Over Bourgondiërs gesproken: regisseur Francis Ford Coppola is op een bepaald moment wijn beginnen te verbouwen. Zou dat iets voor jou zijn ?
Kris: Absoluut. In Spanje heb ik zijn wijn één keer gedronken, een magnifieke wijn. Nu je erover begint: we wonen hier al naast de wijngilde, ik zie het onmiddellijk zitten ! Goed idee !
De beleidsdaad
Een inventaris van alle waardevolle niet-beschermde gebouwen
Kris De Beule heeft iets met het lokale Lokerse erfgoed. Dat bleek al uit de drie documentaires die hij over Lokeren maakte. In het Lokerse museum werkt hij dagelijks met dat erfgoed. Als hij één beleidsdaad zou mogen stellen, dan zou die zich op dat vlak situeren. Hij deelt mijn mening dat, op het vlak van erfgoed, wat een containerbegrip is, en meer bepaald op het vlak van gebouwenbeheer, een lokale overheid niet alle historisch waardevolle gebouwen in beheer moet hebben opdat ze in stand zouden worden gehouden.
‘Akkoord, maar onze stad geeft te weinig impulsen’, vindt Kris de Beule. ‘Om één voorbeeld te geven: via de Erfgoedraad vernam ik dat er op Everslaar alweer een historische hoeve met de grond werd gelijkgemaakt. Ik hoor dan steeds het argument: “Als het niet beschermd is, is er geen enkele juridische afdwingbaarheid om een dergelijke sloop tegen te houden.” Aan de andere kant: als een gebouw beschermd is, is dat probleem alvast van de baan, maar duiken er andere op: conservatie, restauratie, en wie gaat dat betalen ? Moet de eigenaar daarvoor opdraaien ? Beschermde huizen raken bijvoorbeeld ook moeilijker verkocht. Een mooi voorbeeld daarvan is een beschermd pand in de Schoolstraat. Daar gebeurt nu niets mee. Maar het is op zijn minst beschermd. Ik vind dat de stad een beleid zou moeten ontwikkelen naar waardevolle niet-beschermde gebouwen. Een sloopvergunning afgeven aan eender wie heeft geen zin, want wat is dan nog het nut van een sloopvergunning ? Dan kan je die beter afschaffen. De stad schiet daar duidelijk te kort, een collectieve fout van alle Lokerse stadsbesturen van na de tweede wereldoorlog tot vandaag. Het is hemeltergend te zien wat er allemaal verdwenen is: de prachtige herenhuizen aan de Grote Kaai, het prachtige herenhuis in de Prosper Thuysbaertlaan waar nu die ‘mottige’ Delhaize staat, het huis Welvaert in de Stationsstraat, de kiosk op de Markt, alle beluikjes, herberg De Bonte Koe en ga zo maar door.
Kris geraakt goed op dreef: ‘En hoe komt dat ?’ vraagt hij zich af. Het antwoord volgt meteen. ‘Lokeren is een fabrieksstad. Wat voor een fabrieksbaas niet meer nuttig is, breekt hij af. Die mentaliteit leeft ook bij de diverse stadsbesturen die we hebben gekend. Laat ons eerlijk zijn: hoe komt het dat ons huidige museumgebouw, met die prachtige classicistische gevel er nog staat ? De verdienste van voormalig burgemeester Hilaire Liebaut, dat moet gezegd, en ook doodeenvoudig omdat er geen geld was om het project te realiseren dat er in de plaats ging komen. We moeten daarover nadenken, het is vijf na twaalf.’
Kris haalt nog een bijkomend argument aan: ‘Erfgoed heeft ook een economische waarde. Kijk naar Dendermonde. Die stad baat en buit haar erfgoed uit. Lokeren kan dat ook. In combinatie met de vernieuwde Markt moet zoiets volop worden uitgespeeld.’
Dienst Communicatie
Contact
Groentemarkt 1, 9160 Lokeren09 235 31 00
communicatie@lokeren.be
Locatie
Openingsuren
Deze dienst is momenteel gesloten
Maandag:
Dinsdag:
Woensdag:
Donderdag:
Vrijdag:
Zaterdag:
Gesloten
Zondag:
Gesloten
Interview:
Filip Anthuenis &
Giovanni Van Avermaet
(2010)
Foto:
Freddy Meert