2010: Sporting Lokeren

'De bankier van Sporting’

Ettelijke malen heb ik met Roger Lambrecht rond de vergadertafel gezeten. Hij, als de baas van Sporting. Ik, als burgemeester. Het is geen geheim dat de discussies al eens hoog durfden oplaaien. Voor dit laatste gesprek in het rijtje van vijftien Meest Verdienstelijke Lokeraars ontvangt Roger me in zijn prachtige huis in Eksaarde. We praten over leven en werk van Roger dat – en ik druk me nog zacht uit – indrukwekkend is. Ons temperament hebben we in de frigo gestopt.

 

Filip Anthuenis: De naam Roger Lambrecht is een begrip in Lokeren, maar ben je een rasechte Lokeraar?

Roger Lambrecht: ik ben geboren in Lokeren, op de Markt. Waar klerenwinkel Goossens is. Daarnaast was een cinema, de Nova. Naast die cinema dus hadden mijn ouders een café, en daar ben ik geboren.

 

Filip: Kijk, dat wist ik niet eens.

Roger: Mijn moeder en vader hielden café. Mijn pa was een coureur, he, hij koerste. En mijn moeder was cafébazin. Nadien zijn mijn ouders verhuisd naar de hoek van de Kerkstraat en de Poststraat.

 

Filip: De café van De Caluwe?

Roger: Ja, Leon De Caluwe heeft die café achteraf overgenomen van mijn ouders. Nog later zijn we naar Antwerpen gegaan, waar mijn ouders een winkel zijn begonnen. Zestien-zeventien jaar was ik toen.

 

Filip: Je ging toen nog naar school?

Roger: Nee, mijn schoolcarrière was geëindigd in Oostakker: elke dag met de trein naar school ging ik, van Lokeren naar Oostakker.

 

Jeunesse Arlon

 

Filip: Nam op dat moment je professionele carrière al een start?

Roger: Eerst ben ik naar het leger gegaan, 24 maanden. Soldaat. Na die twee jaar heb ik bijgetekend. Drie jaar. Dat kon toen. Ik werd sportofficier door een jaar les te volgen aan het IMEP, het Institut Militaire d’ Education Physique.

 

Filip: Sport, dat lag je wel, want je hebt altijd gevoetbald.

Roger: Bij Standaard Lokeren heb ik altijd gespeeld, ik er alle jeugdploegen doorlopen. Ik was bij de betere spelers van Oost-Vlaanderen, samen met Van Huffel en De Coster. Later heeft Standaard me verkocht aan Vigor Hamme, dé ploeg van het moment. Twee à drie jaar heb ik daarbij gespeeld. En toen ik soldaat werd heeft Hamme me afgestaan aan Jeunesse Arlon. Arlon kocht mij. Dat was in Bevordering tot we kampioen speelden en naar derde klasse promoveerden. Bij Arlon speelden bijna allemaal gasten van het leger. Met acht Vlamingen waren we. Na de periode bij Arlon heb ik terug bij Standaard Lokeren gespeeld, als speler-trainer.

 

Filip: Als ik het goed begrijp, heb je na de militaire sportschool twee jaar bij het leger gewerkt.

Roger: Dat klopt. In Arlon was ik sportofficier, ik gaf opleiding aan officieren en onderofficieren. Na verloop van tijd veranderde er van alles in het leger en ik zou overgeplaatst worden naar Mechelen om er les te geven aan de chauffeurs. Dat heb ik niet meer willen doen. Ik ben gaan werken aan de Werf- en Vlasnatie in Antwerpen, als natiebaas. Ik had daar een aandeel gekocht.

 

Filip: Hoe kwam je daarbij?

Roger: Een nonkel van mij was er conciërge. En je weet hoe dat gaat binnen families: ‘Die bazen bij ons, die verdienen nogal geld’, hoorde ik hem ooit zeggen. En ja, dan koop je een aandeel en ga je er werken. Daar is het eigenlijk allemaal begonnen. In de Werf- en Vlasnatie werkten we voor Continental, een Duitse bandenfabrikant. Daar deden we de opslag, voor alle mogelijke diensten: afleveren, ophalen, stockeren, douanewerk en alles wat erbij kwam kijken.

 

Michelin werft aan

 

Filip: Roger zat in de banden!

Roger: Maar dan weer hetzelfde verhaal. De familie begon me warm te maken om vertegenwoordiger te worden. ‘Die vertegenwoordigers verdienen goed geld. Roger, je moet voor jezelf beginnen werken: je kan het goed zeggen, je presenteert goed,…’ Op een dag had ik met het voetbal mijn knoesel zeer gedaan, ik kon niet gaan werken. Ik zat thuis. Bij het doorbladeren van de gazet zag ik staan: ‘Michelin werft aan: vertegenwoordigers, technisch personeel’. Ik zei tegen mijn vrouw: ‘Daar ga ik naartoe!’

 

 

Filip: Met succes?

Roger: Ik moest wat testen en een examen doen. Enfin, ik werd aangenomen. Ook daar had ik een beetje geluk. Op technisch vlak was ik een nul, ik kende niets van techniek. Maar iemand van Michelin, een oude mens met een brilleke – ik zie hem nog zitten-, wou van mij een technieker maken. Ik zag dat niet zitten, ik wilde vertegenwoordiger worden in de verkoop! ‘Luister eens naar een goede raad van mij’, zei hij, ‘en doe dat gewoon!’

 

Filip: je deed dat?

Roger: Hoe gaat dat? Je bent getrouwd en kan er een goede wedde krijgen, … Het is al bijna zestig jaar geleden, de periode waar ik nu van klap. Er waren nog veel problemen toen met banden: soms kwamen er blazen op de banden, banden die niet overal hetzelfde gewicht hadden, assen die scheef stonden op de camions,… Allemaal technische problemen. Bij Michelin heb ik een jaar lang in Frankrijk een opleiding gekregen overal die mogelijke technische problemen. Ik werd technieker voor de verkopers, om al die problemen op te lossen. En overal verkocht ik banden. Na een tijd zei de baas: we gaan van u toch een verkoper maken.

 

Filip: Daar blonk je in uit, veronderstel ik.

Roger: Eerst was ik een klein verkoperke bij kleine klanten, daarna bij iets grotere klanten,… Michelin had toen twee soorten klanten: klanten die bij Michelin zaten en klanten bij de bandenhandelaars. Nadat ik er zeven jaar in dienst was veranderde Michelin de politiek. Ze gingen volledig over naar bandenhandelaars. Mijn klanten zeiden me toen: ‘Roger, dat moet je zelf doen.’

 

Filip: Als zelfstandige beginnen was niet evident?

Roger: Ik had toen al vier kinderen, ik was blij dat ik mijn kost verdiende. Maar, in die tijd ging ik zondagsmorgens – tot half een ‘smiddags, erna ging ik voetballen met de veteranen – altijd de camions nazien van Coulier, een groot transportbedrijf. André Coulier zei: ‘Je kan dat niet blijven doen, begin eens voor uw eigen te werken. Ga morgen naar uw baas en zeg: ‘Ik, Lambrecht, breng de grootste klant van België naar Michelin.’ Als ge dat doet, Roger, teken ik een contract bij u voor drie jaar.’

 

Lambrecht ne veut pas plier

 

Filip: Meer had je niet nodig, als stimulans.

Roger: Ook een beetje geluk en de hulp van het toeval. Mijn baas bij Michelin was een maaglijder, rond drie uur ging hij altijd een stuk chocolade kopen. Ook die maandag na het gesprek met Coulier. Ik nam die gelegenheid te baat om eens in zijn notaboekje te kijken.

Daarin stond: ‘Monsieur Lambrecht ne veut pas plier, on va prendre les mésures necessaires.’ Mijn baas kwam terug en ik heb mijn ontslag gegeven.

 

Filip: Waar ben je jouw zaak begonnen?

Roger: In Berchem, waar we nu nog zitten. Het depot van Michelin was in Berchem en op 200 meter daarvandaan was een carrossier. Hij werkte achteraan in een magazijntje, ik ben vooraan mijn bandenzaak begonnen. Na drie maanden verkocht ik zoveel banden als alle specialisten in Antwerpen samen. Michelin zag dat en zei na verloop van tijd: we gaan je wat banden in stock geven, met 120 dagen krediet. Ja, ik kon geen banden kopen, ik had juist mijn machines gekocht. Twee jaar nadien had ik geluk, in die zin dat de oorlog in Korea voor een tekort aan banden zorgde. Ik was de grootste klant van Michelin in Antwerpen, ze moesten aan mij de meeste banden geven en ik verdeelde ze. Mijn klantenbestand breidde steeds maar uit.

 

Filip: Na een tijdje ben je zaken beginnen opkopen.

Roger: Eerst één filiaal, dan twee.

 

Filip: Hoeveel filialen heeft het Lambrecht imperium nu?

Roger: 120, maar niet alleen van mij. In 1999 had ik er al 24. In Vlaanderen zat ik goed, ik was naar Wallonië aan het oprukken. Daar kwam ik een collega tegen, Verviers Pneus. Dat iemand gelijk Lambrecht, altijd maar uitbreiden. Hij had twintig depots in Wallonië en was naar Vlaanderen aan het afzakken. We hebben tegen elkaar gezegd: ‘Zouden we het niet beter samendoen en alles wat we kopen, samen aankopen?’ Dat is Q-team geworden, Quality Team, met als bijkomende benamingen VP (Verviers Pneus), Lambrecht en VDK. Die laatste is Vandekerckhove, hij had zeventien filialen in West-Vlaanderen, die hebben we er nog bij gepakt. Vorig jaar hadden we samen een omzet van 165 miljoen euro. 7 miljard in oude Belgische frank. We staan voor 23 procent van de Belgische markt.

 

Filip: Over hoeveel werknemers spreken we dan?

Roger: 430.

 

Filip: Na je huwelijk heb je in Arlon, in Eupen, in Antwerpen en Brasschaat gewoond. Vanwaar het lumineuze idee om terug naar Lokeren te komen?

Roger: Het huis waar ik hier nu woon was van een tante. Mijn vrouw en ik hebben het gekocht. Dit was hier nog Eksaarde toen, het was voor de fusie. We hebben het helemaal gerenoveerd.

 

Filip: De link met Lokeren is nooit weggeweest, ook niet toen je in Antwerpen woonde?

Roger: Nee, via Standaard Lokeren bleef ik hier komen. Maar, ik moet eerlijk zeggen, die fameuze strijd tussen Racing Lokeren en Standaard heb ik niet echt meegemaakt.

 

Een nieuw Lokeren

  

Filip: Toen je hier opnieuw woonde werd je voorzitter van FC Eksaarde.

Roger: Het bestuur vroeg me aanvankelijk om een beetje te steunen. Dat begon met honderd frank, dan vijfhonderd frank. Op de duur vroegen ze me om voorzitter te worden. Willy Sterck, mijn boekhouder destijds, was ook actief in het bestuur. Van het een kwam het ander.

 

Filip: Je supporterde ook al voor Sporting.

Roger: Inderdaad, ik werd er voorzitter van de socioclub. Frans De Bondt was erbij, en Jerome Van Doorslaer als schatbewaarder. Wat dat was, de socioclub? Een veredelde supportersclub, eigenlijk (lacht).

 

Filip: Hoe ben je dan voorzitter van Sporting geworden?

Roger: Voorzitter Etienne Rogiers stierf en Gaston Keppens werd voor geruime tijd de nieuwe voorzitter. Onder zijn voorzitterschap degradeerde Lokeren naar tweede klasse. Iedereen was misnoegd. Op een bepaald moment verzeilden we bijna in derde klasse, waren schulden, enzovoort. Op een algemene vergadering werd Keppens afgezet en vroeg men mij of ik het wilde doen. We hadden met een aantal mensen tien miljoen frank bijeen gebracht en dat is de start geweest van het nieuwe Lokeren in het seizoen 1994-1995. Met trainer Fi Van Hoof en onder meer speler Remco Torken zijn we terug naar eerste klasse gepromoveerd. Sindsdien zijn we er niet meer uit geweest.

 

Filip: Hoe is het voetbal geëvolueerd in die jaren dat jij ermee bezig bent?

Roger: De bedragen zijn veel groter geworden. Als we vroeger in Lokeren een speler hadden die twee miljoen frank waard was, dan was dat goed betaald. Nu zet er geen enkele voetballer nog een voet tegen een bal voor 50.000 euro.

 

Filip: Vroeger moest je gewoon veel publiek op de tribune krijgen om inkomsten binnen te halen. Dat is nu anders.

Roger: Dat is nog zo, maar het is niet het enige. Twee dingen hebben het voetbal grondig veranderd: het Bosman-arrest* en de TV-rechten. Door het Bosman-arrest is de weegschaal naar de andere kant doorgeslagen. De makelaars steken de centen in hun zakken, je moet als club sterk op uw strepen staan om er nog iets aan over te houden. De TV-rechten is een ander fenomeen, bij ons bedragen ze momenteel 2,4 miljoen euro. Vorig jaar, een slecht jaar, slechts 1,8 miljoen euro. Dat is 600.000 euro verschil, (beklemtoont) dat zijn geen peanuts!

 

Filip: Jij bent veel bezig met het voetbal…

Roger: (lacht luid) Dat moogt ge gerust zeggen dat ik veel met het voetbal bezig ben. Milledzju!

 

Filip: Maar wat ik wou vragen is welke jouw mooiste jaren zijn geweest bij Sporting.

Roger: De eerste jaren dat we terug in eerste klasse speelden. Later hebben we met Paul Put derde gespeeld en Europees gespeeld. Dat waren de mooiste jaren. En nu, na de miserie van verleden jaar, op de vijfde plaats** staan in het klassement is prachtig.

 

Lambrecht, de bankier

 

Filip: Jij staat ook dicht bij de grote mannen van de profliga.

Roger: Ik heb er dicht bij gestaan. Op een bepaalde leeftijd moet je de aflossing van de wacht verzekeren. Niet dat ik ga stoppen, maar er moeten nieuwe mensen bijkomen. Al er morgen iets met Lambrecht gebeurt moet de boel blijven draaien. Anders heeft er niemand iets aan. Maar dat is niet gemakkelijk, vervanging vinden. Eén: die persoon moet iets van voetbal kennen. Twee: die persoon moet wat geld hebben. Het is niet voldoende om geld te hebben, je moet er ook nog een beetje van kunnen afstaan. Niet iedereen zit in een familiale toestand die dat toelaat.

 

Filip: Moet je veel toestoppen bij Sporting?

Roger: We moeten daar eerlijk in zijn: Lambrecht is de bankier. In Lokeren komen we niet toe. Ik zeg niet dat ik elk jaar geld moet bijsteken. Vorig jaar heb ik er weer een miljoen of twee moeten insteken om aan een ploeg te geraken, als we daar willen op voortbouwen zal ik er dit jaar opnieuw wat moeten insteken. Maar… dan moet er een moment komen dat Lokeren twee of drie spelers kan verkopen, en dan moet je de centen terug pakken. Je speelt bankier: als het tegenslaat ben je de centen kwijt, met een beetje chance kan je ze recupereren. De transfer van Jan Koller, daar kon Sporting vier jaar mee verder, zie je?

 

Filip: Ben je met andere dingen bezig dan met voetbal en je zaak? Ik zie dat je je omringt met kunst.

Roger: Dat is een verhaal op zich. ’s Zondagsmorgens ging ik vaak met mijn kinderen, om de vrouw te ontlasten, naar de verkopen gaan kijken. In Lokeren had ik toevallig eens horen zeggen: een schilderij van Franz Courtens***, dat is niet betaalbaar, tweehonderdduizend frank betaal je daar al voor. Nu werd er op zo’n verkoop een Courtens aangeboden. ‘5.000’ werd er afgeroepen, en niemand stak zijn vinger op. Eén klop, twee kloppen, ik stak vlug mijn vinger op en ik had dat schilderij. Later kwam er iemand naar kijken. ‘dat is zeker 150.000 frank waard’, zei die. Ik zei natuurlijk niets. Maar tegen mijn vrouw zei ik: ‘Miljaar, ik ga elke weeek naar zulke vendities gaan, daar is meer geld mee te verdienen.’

Filip: Je hebt dat effectief een tijdje gedaan?

Roger: Ja, na verloop van tijd begin je dat wat te leren. De Latemse school en zo, dat zag ik graag. Delvaux ook. En je begint mensen te kennen, en de mensen beginnen jou te kennen. Soms belden ze me al eens op voor een werk waarin ik geïnteresseerd zou kunnen zijn. Nu doe ik dat niet meer, ik heb geen plaats meer om ze te hangen.

 

Straks tachtig

 

Filip: Kom je veel in Lokeren?

Roger: Niet echt veel, maar in het Biznis-hotel kom ik vaak.

 

Filip: En wat vind je van de stad?

Roger: Ik ga het in enkele woorden zeggen: ik vind Lokeren een proper gezellig stadje.

 

Filip: Ben jij tevreden over je carrière?

Roger: Ik ben neig content over wat ik verwezenlijkt heb. Je weet waarvan ik kom: zonder ene frang, … Ik word er straks tachtig, als je ziet wat ik nu allemaal heb… Ik zou niet weten waarom ik niet tevreden zou zijn. Een goede vrouw heb ik ook. In mijn werk is er niemand die zal zeggen: die Lambrecht heeft me gekloot, of bedrogen, of in ’t zak gezet, … Ook in Lokeren heb ik wel wat in beweging gezet, ik denk dat Sporting zonder Lambrecht niet meer in eerste klasse zou gespeeld hebben. Ja, ik ben content.

 

*Het Bosman-arrest is een uitspraak van het Europees Hof van Justitie. Met Bosman wordt de Belgische voetballer Jean-Marc Bosman bedoeld die in het jaar 1990 zijn vrijheid opeiste nadat zijn contract bij Club Luik afgelopen was. Vóór het Bosman-arrest was het zo dat , ook was het contract uitgediend, de oude club bij het aangaan van een overeenkomst met een andere club nog een transfersom kon eisen.

**Het interview werd afgenomen op 28 maar 2011.

***Franz Courtens (Dendermonde, 1850) was een Vlaams kunstschilder.

 

De beleidsdaad

‘Bedrijven aantrekken die mensen tewerkstellen’

 

Als ik de vraag stel naar Roger Lambrechts beleidsdaad wordt de bedrijfsleider in hem wakker. ‘Hoe kan je nog meer zaken aantrekken die mensen tewerkstellen’, vraagt hij zich af. ‘Hoe pak je dat aan? Je zal het met de middenstand moeten doen, je kan in Lokeren geen Opel neerpoten. Kleinere KMO’s kunnen ook gerust aangetrokken worden, de stad moet zich daar op voorbereiden. Dat lijkt me zeer belangrijk.’

 

Dienst Communicatie

Contact

Groentemarkt 1, 9160 Lokeren
09 235 31 00
communicatie@lokeren.be

Locatie

Openingsuren

Deze dienst is momenteel gesloten

Maandag:

8:00
21:00
09:00-12:00
13:30-17:00

Dinsdag:

8:00
21:00
13:30-19:00

Woensdag:

8:00
21:00
09:00-12:00
13:30-17:00

Donderdag:

8:00
21:00
13:30-19:00

Vrijdag:

8:00
21:00
09:00-12:00

Zaterdag:

Gesloten

Zondag:

Gesloten

Interview:
Filip Anthuenis &
Giovanni Van Avermaet
(2010)

Foto:
Freddy Meert