Anderstalige kinderen

Een vaak voorkomende uitspraak is: “Wij staan open voor iedereen! Nog nooit hebben wij iemand geweigerd omdat hij of zij een andere huidskleur heeft. Toch zien we amper kinderen met een andere nationaliteit. Wij heten hen welkom, maar ze komen niet. Het zal hen dan wel niet interesseren zeker?!

Niets is minder waar. Veel jonge vluchtelingen komen uit een cultuur waar jeugdwerk (zoals wij dat beleven) niet bestaat. Je benadert hen dan ook best op een andere manier dan kinderen die wél zijn opgegroeid met jeugdwerk. Ze gaan zelf niet zo makkelijk de weg vinden. Je zal dus zelf naar hen op zoek moeten gaan.

Waarom is vrije tijd belangrijk voor kinderen en jongeren op de vlucht?

Ontspannen en plezier hebben

Het is belangrijk dat elk kind 'kind' kan zijn en zich vrij genoeg voelt om te kunnen spelen. Ook kinderen en jongeren die naar België zijn gevlucht, hebben behoefte om te ontspannen en plezier te maken. Door te spelen kunnen kinderen en jongeren even hun zorgen opzijzetten en gewoon weer even jong zijn.

Nieuwe mensen leren kennen en contacten onderhouden

Meedoen aan activiteiten of naar een sportclub, jeugdhuis of jeugdbeweging gaan, biedt voor veel kinderen en jongeren meer dan alleen maar de zorgen even vergeten. Georganiseerde vrijetijdsactiviteiten zorgen ervoor dat ze met andere jongeren in aanraking komen en vriendschappen kunnen sluiten met kinderen van hier. Een netwerk opbouwen en contacten onderhouden is voor iedereen belangrijk. En misschien wel een beetje extra voor kinderen en jongeren op de vlucht.

De taal leren

Jongeren lopen sneller het risico zich geïsoleerd te voelen wanneer ze geen Nederlands spreken. Over het algemeen kunnen kinderen en jongeren snel een nieuwe taal leren. Ze leren dit ook op school. Het proces van een taal leren wordt versneld wanneer er geoefend kan worden met mensen die Nederlands spreken. Door naar georganiseerde vrijetijdsbesteding te gaan, komen kinderen en jongeren meer in aanraking met mensen die in de buurt wonen. Hierdoor zullen ze steeds meer Nederlands gaan praten en kunnen ze sneller hun Nederlands verbeteren. Het ontbreekt hen al te vaak aan oefenkansen buiten de school.

Welke drempels ervaren kinderen en jongeren om deel te nemen aan een leuk vrijetijdsaanbod?

Niet genoeg geld?

Kinderen en jongeren die naar België zijn gevlucht en nog in een opvangstructuur verblijven, krijgen in het centrum drie maaltijden per dag. In sommige centra kan het ook dat de ouders van het kind elke week een geldbedrag krijgen en dat er zelf gekookt wordt. Naast de voedingsvoorzieningen krijgt elke persoon in de opvang een klein beetje zakgeld per week. Aangezien dit om een erg kleine som geld gaat, is het voor veel jongeren niet altijd mogelijk om met het openbaar vervoer naar een activiteit te komen. Een locatie dichtbij vinden of een vervoersmiddel regelen is daarom een goede tip. Daarnaast moet er rekening mee gehouden worden dat kinderen en jongeren misschien niet genoeg geld hebben om zelf eten en drinken te kopen, wanneer de activiteit een hele dag duurt, of wanneer de jongeren pas na het avondeten terug zullen zijn. Ook over zaken als het inschrijvingsgeld en eventuele uniformen dient nagedacht te worden.

Mobiliteit

Wanneer kinderen en jongeren net nieuw zijn in België kan het soms lastig zijn om alleen de weg te vinden. Dingen die voor ons heel normaal lijken, zoals ergens heen fietsen, een bus, trein of tram nemen, kunnen hierdoor moeilijk worden. Zelf de trein of een bus nemen zonder dat iemand je uitlegt waar je je kaartje kunt kopen, welke bus of trein je moet nemen of hoe je dit op kunt zoeken, kunnen dus erg lastig zijn. Duidelijk communiceren over de locatie en de mogelijkheden om naar de locatie te komen, alleen of onder begeleiding, is erg belangrijk.

Toegang tot informatie

In België is het voor veel jongeren normaal om bij een jeugdbeweging betrokken te zijn. De meeste kinderen en jongeren die naar België zijn gevlucht, zijn echter niet bekend met het concept van georganiseerde vrijetijdsbesteding. Daarom moet er uitleg voorzien worden op plekken waar deze kinderen en jongeren vaak zijn. Zoals bijvoorbeeld de OKAN-klassen of het opvangcentrum zelf. Leg duidelijk uit wat een jeugdbeweging is en wat kinderen die ernaar toe gaan tijdens een dag op de jeugdbeweging doen. Wanneer er activiteiten georganiseerd worden voor deze jongeren, moet de informatie wel bij de jongeren toekomen. Hiervoor kan je opnieuw contact leggen met brugfiguren die direct contact hebben met de jongeren.

Veel jongeren op de vlucht geven ook aan dat ze niet graag alleen naar activiteiten komen. Als minstens één kameraad mee kan komen zorgt dat voor een veiliger gevoel. Vooral wanneer zij voor het eerst ergens heen gaan.

Promotiemateriaal

Om doelgroepen die de taal niet goed beheersen te bereiken, zorg je best voor aangepast beeldmateriaal. Dit citaat uit het project ‘Wereldspelers’ verklaart al heel veel:

"Toen Mustafa erg enthousiast van school thuiskwam met een folder van de plaatselijke jeugdbeweging, bekeek zijn mama het met veel nieuwsgierigheid. De foto’s in de folder toonden spelende, blije, witte kinderen. Leuk, maar was het wel iets voor hen? Of enkel voor Belgen die goed Nederlands konden? Waarschijnlijk stond het uitgelegd in de folder. Maar deze was drie bladzijden lang. En echt heel veel tekst. En voor de inschrijvingen werd er doorverwezen naar een website. Mama begreep er niet veel van. Bovendien konden ze toch enkel in de bib op het internet. Dat jeugdbeweging-gedoe zal wel niet voor hen bedoeld zijn? Jammer, het leek iets leuk voor Mustafa."

Heb je je ooit al afgevraagd waarom die ene gekleurde jongen, die tijdens je wervingsactie zo enthousiast meedeed, nooit kwam opdagen? Belangrijk bij je promotiemateriaal is dat het je doelgroep op de juiste manieren bereikt en ook meteen duidelijk is. Laat je folders door de brugfiguren bezorgen, die dan meteen uitleg kunnen geven. Uitleg kan voorzien worden op plekken waar de kinderen en jongeren vaak zijn, zoals bijvoorbeeld de OKAN-klassen of het opvangcentrum. Maak het promotiemateriaal ook toegankelijk. Iemand die geen of amper Nederlands kent, voelt zich niet aangetrokken tot een folder boordevol tekst. Plaatjes en foto’s tonen kan daarentegen helpen om iets duidelijk te maken. Let ook op: als er enkel foto’s van blanke kinderen in opgenomen zijn, zullen andere bevolkingsgroepen zich minder snel aangesproken voelen.

Vergeet ook niet dat het begrip ‘jeugdbeweging’ of ‘jeugdwerk’ in vele landen/culturen onbekend is. Sta daarom zeker even stil bij waarvoor jullie als jeugdbeweging willen staan. Hier vinden jullie al een goed voorbeeld van duidelijke communicatie over het jeugdwerk, in verschillende talen. 

Cultuur

Wanneer je anderstalige nieuwkomers wil betrekken in je werking, hou je best ook rekening met een aantal culturele verschillen. Hieronder een aantal zaken waar je op kan letten:

  • Als tijdens je activiteiten en op kamp jongens en meisjes gemengd worden, zorg er dan voor dat je dit op voorhand duidelijk maakt. Dit is niet in alle culturen vanzelfsprekend, vooral niet wanneer het over wassen en slapen gaat. Het inlichten van de ouders/begeleiders en hen geruststellen dat er steeds toezicht is, blijkt meestal voldoende.
  • Vraag aan de kinderen en hun ouders/begeleiders of ze speciale wensen hebben in verband met het eten. Zo eten moslimkinderen bijvoorbeeld geen varkensvlees. Praktisch is het niet altijd haalbaar om te zorgen voor bijvoorbeeld halal vlees, maar zorg dan bijvoorbeeld voor een vegetarisch alternatief.
  • Na de vergadering drinken veel jongeren graag samen een pintje. Of meerdere pintjes. Zelden zullen ze andere jongeren ertoe verplichten mee te drinken, maar de groepsdruk kan hoog zijn. Als het dan steeds Mohamed is die omwille van zijn geloof de enige is die niet mee kan drinken, zal hij zich al snel een buitenstaander voelen. Geef jongeren die om welke reden ook met bepaalde dingen niet mee wensen te doen steeds het gevoel dat ze er zo ook bij horen. Dat ze erbij horen om wie ze zijn en niet om het aantal pinten dat ze bijvoorbeeld kunnen drinken.
  • Hou er ook rekening mee dat een uniform raar kan overkomen bij mensen die nieuw zijn in ons land. Vluchtelingen hebben vaak geen al te beste ervaringen met uniformen. Soldaten dragen ze, politie draagt ze,… Anderzijds kan je met een uniform ook een ‘wij’-gevoel creëren. Het zorgt voor verbondenheid en als je al een andere taal spreekt en een andere afkomst hebt, voel je je misschien wel verbonden door het dragen van hetzelfde uniform. Praat vooral met de jongeren: voelen ze zich goed bij het dragen van een uniform? Hebben ze genoeg financiële middelen om het te betalen? Je kan bijvoorbeeld enkel bepaalde delen van het uniform verplichten. Zo wordt het minder duur.
  • Een vlaggengroet, kreten, formatie… het hoort er allemaal bij! Het zorgt er echter wel voor dat de jeugdbeweging militaristisch kan overkomen. Leg aan de kinderen en jongeren goed uit waarom jullie dat doen en wat het eigenlijk betekent. Het zal geen grote valkuil zijn, maar het is goed te weten dat het gewoontes zijn die voor mensen die niet in Vlaamse jeugdwerk thuis zijn, raar kunnen overkomen.
  • Hou rekening met de achtergrond van kinderen. Zo speel je beter geen oorlogsspelletjes als je weet dat een bepaald kind een oorlog van zeer dichtbij heeft meegemaakt. Spelletjes waarbij de bom ontploft (‘tik tak boem’) speel je beter niet.
  • Spelen met eten is zeker niet vanzelfsprekend voor vluchtelingenkinderen. Voor velen is het onbegrijpelijk dat wij dat doen. Hetzelfde met waterballonnen: voor sommige nieuwkomers voelt dit echt aan als verspilling.
  • Wanneer je een dag plant waarop je tijdens je spel gigantisch vuil zal worden, bereid hen er dan op voor.

Taalbarrière

Als je gaat spelen met jongeren die nog niet lang in België blijven, dan spreken zij nog onvoldoende Nederlands om vlot een speluitleg te begrijpen. Bovendien is het niet zo gemakkelijk om Nederlands te leren. We willen benadrukken dat taal zeker geen grote drempel hoeft te zijn. Spel is universeel! Met deze aandachtspunten kun je perfect het spel spelen dat je in je hoofd had.

Spreek traag en duidelijk

Gebruik eenvoudige woorden, korte zinnen en spreek traag en duidelijk. Spreek ook voldoende luid, dan moeten de jongeren zich alvast niet extra concentreren, omdat je te stil spreekt.

Wees je ook bewust van woordenschat die jij heel goed kent, maar de anderstalige jongeren nog niet. Een 'vergadering' op zondag klinkt voor hen heel saai, terwijl jij gewoon je scoutsactiviteit bedoelt. Gebruik ook altijd hetzelfde woord, liever geen synoniemen of varianten.

Speel!

Soms kan je ook gewoon beginnen en ontdekken de jongeren gaandeweg vanzelf het spel. Probeer het eens bij Dikke Bertha. Eerst kijken ze vreemd op als je hen optilt, maar even later rennen ze zelf gretig hun vrienden achterna.

Overdrijf met je bewegingen wanneer je iets uitlegt. Beeld uit wat je bedoelt: lopen, springen, tikken,… Overdrijf gerust, loop desnoods naar de andere kant van het veld als dat de bedoeling is. Zeg niet "Je moet blijven staan als je getikt bent" maar demonstreer dat tegelijkertijd, zodat je spelers zien wat er gebeurt.

Het is ook handig om de speluitleg met twee personen te geven. Zo kan 1 persoon zeggen wat je gaat doen en kan de andere personen het op hetzelfde moment tonen.

Herhaal

Om zeker te zijn dat iedereen het begrijpt, kan je de speluitleg ook laten herhalen door iemand. Zorg er zeker voor dat ze zich dan niet hoeven te schamen. Je kan iemand hiervoor ook even apart nemen. Maar wanneer je het uittest, dan zal je het natuurlijk al even snel merken.

Het helpt ook om je speluitleg in kleine groepjes te geven. Dan zijn de jongeren ook minder afgeleid, begrijpen ze je gemakkelijker, kun jij ook sneller zien of ze het begrepen hebben en durven zij sneller om uitleg vragen.

Hoe vaker je een spel speelt, hoe minder uitleg je nodig hebt. Dat geeft hen ook vertrouwen.

Bouw op

Durf je speluitleg op te bouwen. Leg eerst de basisversie uit en speel die. Als er extra zaken bij komen voeg je die er na een tijdje stap voor stap bij.

Gebruik consequent signalen

Bijvoorbeeld:

1 keer fluiten = even stil zijn, de speluitleg begint

2 keer fluiten = aandacht, er is een extra regel in het spel of de leiding moet iets zeggen

3 keer fluiten = het spel is gedaan

Na een tijdje kennen de kinderen en jongeren de signalen, en reageren ze vanzelf.

Haal je tekentalent boven

Sommige dingen kan je niet tonen of uitleggen. Gebruik dan tekeningen of foto's.

Probeer de speluitleg visueel te maken. Druk tekeningen af, als je belangrijke woorden wilt uitleggen. Maar je kan een groot spel ook uittekenen. Zo kan je de verschillende stappen van een spel duidelijk maken.

Of denk maar aan een evaluatie van je activiteit. Print bijvoorbeeld verschillende smileys af: blijf, boos, gefrustreerd, verdrietig, verward, ... Welke smiley past het best bij hun gevoel na deze dag?

Controleer of iedereen mee is

Vraag niet "Heeft iedereen het begrepen", maar spreek een paar personen rechtstreeks aan: "Ahmed, waar gaan we mee beginnen straks?" - "Lynn, wat doe je als je 5 muntjes hebt verdiend?" Zorg dat niemand zich schaamt omdat hij het niet weet.

Wanneer je oogcontact maakt met de jongeren, kun je veel sneller zien of ze het begrepen hebben. Vraag hen ook of ze het begrepen hebben en laat voldoende tijd en kijk voldoende lang naar hen, zodat iedereen de kans kreeg om te zeggen “neen’. Zo merken ze ook dat je het normaal zou vinden dat ze het niet begrepen hebben.

Baken je terrein goed af

Het volstaat niet om te zeggen: "Je mag niet verder dan het gebouw aan die kant en ga niet verder dan de weg aan de andere kant." Baken af met rood-wit lint bijvoorbeeld. Of als het klein speelveld is: ga er even duidelijk staan zodat iedereen het goed gezien heeft tot waar ze mogen komen.

Vertaal

Kunnen sommige jongeren al beter Nederlands? Laat hen vertalen in hun eigen taal. Zij kunnen misschien stukjes van het spel vertalen voor hun vrienden. Zolang andere talen niemand uitsluiten en het spel ten goede komen, is dat niet erg.

De jongeren zullen onder elkaar zeker hun eigen taal spreken, wat normaal is. Voel dus zeker geen achterdocht wanneer dat gebeurt. Ze kunnen in hun eigen taal elkaar helpen. Je begeleidt ook een activiteit, geen les. We zijn niet op school. Als je verbiedt om andere talen te spreken, geef je sommige jongeren het gevoel dat hun taal minderwaardig is.

Weet je niet welke taal een jongere spreekt? Dan kan je gebruik maken van een talenposter. Voor snelle vertalingen kan je ook Google Translate of Deepl Translator.

Hoe hen bereiken?

In Lokeren zijn er verschillende kanalen om anderstalige nieuwkomers te bereiken.

OKAN-klassen

In het Technisch Atheneum in Lokeren heeft de stad een OKAN-werking (Onthaalklas voor Anderstalige Nieuwkomers). Hier gaan momenteel een 90-tal leerlingen uit het secundair naar school om Nederlands te leren. Wees niet bang om hier even langs te komen met je jeugdbeweging. De leerkrachten en leerlingen zullen jullie met open armen ontvangen!

Taal- en spelstage

Voor anderstalige kinderen uit het lager organiseert de Dienst Diversiteit en Participatie tijdens de schoolvakanties een taal- en spelstage. Op deze manier leren de kinderen op een speelse manier de Nederlandse taal. Ook dit is een uitgelezen kans om als jeugdbeweging met deze doelgroep in contact te komen. Stel je met een aantal leiding kandidaat als vrijwilliger voor een aantal dagen, of kom gewoon even langs en speel wat spelletjes mee. Opties genoeg!